Deze opwarmer, waarbij spelers in groepjes (abstracte) zaken gaan uitbeelden, is heel geschikt voor beginnende impro-spelers. Maar kan ook prima voor ervaren spelers ingezet worden: het hangt er maar net vanaf wat je roept! ;-)
Hoe werkt het?
Laat de spelers paren vormen.
Geef aan dat ze zo dadelijk dingen gaan uitbeelden. Het bepalen hoe ze dat gaan doen, gebeurt zonder praten, en zonder dat er een specifieke leider of volger is: laat het vanzelf tussen jullie beiden ontstaan. Het komt vanzelf goed!
Vraag de spelersparen nu om dingen uit te beelden (die uit 2 delen bestaan). Begin daarbij met concrete dingen, en maak de zaken later meer beeldend en abstract. Zoals bijvoorbeeld:
- vork en lepel;
- water and wind;
- goed en slecht;
warm en koud;
- zoet en zuur;
- zout en peper;
- kat en hond;
- leerling en meester;
- dag en nacht;
- Jan Klaassen en Katrijn;
- licht en donker;
- oud & nieuw;
- donder en bliksem;
- voordelen en nadelen;
- Jut en Jul;
- spek en bonen;
- kommer en kwel;
Laat nu paren een ander paar opzoeken, zodat er viertallen ontstaan.
Vraag ook deze groepjes weer om zaken uit te beelden. Dingen die hierbij goed werken zijn bijvoorbeeld de 4 seizoenen, de 4 windstreken, begin, midden, einde, het leven van een mens, etcetera.
Laat daarna ook deze groepjes weer een ander groepje opzoeken, zodat je nu groepjes van 8 (of daar in de buurt, als het niet helemaal uitkomt) hebt. Vraag deze groepjes om zaken uit te beelden, waarschijnlijk grootser en abstracter dan voorheen. Denk bijvoorbeeld aan een concert, gymles, teamwork, en dergelijke.
Als laatste kan je nog de hele groep tot één groep bij elkaar laten komen, en uitgebreidere/complexere zaken laten uitbeelden, zoals theatersport, overwinning, of vrijheid.