Wisseling van de wacht

Bij deze korte c.q. middellange vorm, is het publiek een ‘vlieg op de muur’ bij een locatie waar een bonte groep uiteenlopende karakters de revue passeert. Dat levert vaak interessante conversaties, ‘portretjes’, en verwikkelingen op. Prima vermaak dus :-)

Hoe werkt het?

Kies voor deze game een setting waar altijd wel een paar mensen aanwezig zijn (of vraag die aan het publiek). Locaties die goed kunnen werken, zijn bijvoorbeeld:

  • Ergens vlakbij de uitgang van een schoolgebouw;
  • Op de hoek van een straat, een paar meter verwijderd van een disco/club;
  • Buiten bij de personeelsuitgang van de keuken van een (groot) restaurant;
  • In de foyer van een internationaal hotel;

Het zijn dus typisch locaties waar vanzelf een mix van mensen voorbij komt, en waar men bijvoorbeeld even komt uitblazen, een sigaretje komt roken, o.i.d. De hele game speelt zich op deze ene locatie af.

Je speelt deze vorm typisch met 4-5 spelers, of meer. Die spelers bedenken voor zichzelf een karakter wat op een manier past bij de locatie. Zorg dat er daarbij lekker veel contrast is tussen de neergezette karakters, qua fysiek, emotie, status, leeftijd, kijk op de wereld, en dergelijke. Al kan het ook soms heel leuk zijn om twee karakters te hebben die twee handen op één buik zijn.

Ken aan iedere speler een oplopend nummer toe: dit geeft de volgorde aan waarin de spelers (en hun karakters) aan bod gaan komen. Start nu met een scène met karakter 1 t/m 3. Deze karakters zetten snel neer wie ze zijn (dat kan je soms met één zin & wat mimiek al duidelijk aangeven), en hebben interactie(s) met elkaar.
Na circa een minuut vindt de speler met het laagste nummer (1 in dit geval) een reden om ‘af’ te gaan. Misschien omdat zijn werk weer begint, omdat hij binnen koffie gaat halen, of wat dan ook: het hoeft geen heel ingewikkelde reden te zijn, als je karakter maar niet zómaar ineens af loopt. De regel is daarbij dat er altijd pas een speler bij mag komen, wanneer er een speler is afgegaan (een speler langs de kant mag dus niet opkomen en zo een andere speler dwingen om af te gaan – het geheel gaat dan namelijk al snel onderuit).
Al vrij snel daarna komt de volgende speler in de rij (4 in dit geval) op, en gaat meespelen met de reeds aanwezige karakters. Vaak zal het karakter wat erbij komt niet weten wat zich daarvoor in de scène heeft afgespeeld (de speler weet dat uiteraard wel), en daar kan je in je spel op allerlei manieren wat mee doen. Na een tijdje (minuutje) vindt de volgende speler met het laagste nummer een reden om af te gaan, en komt er (daarna) weer een nieuwe speler bij.
Dit gaat zo een hele tijd door, waarbij de spelerreeks rond loopt (dus als de laatste speler is opgekomen, komt daarna als volgende speler 1 weer op, enzovoorts). De tijd in het verhaal loopt daarbij continu door: er vinden dus geen tijdssprongen plaats.

De charme van de vorm is dat je een bonte groep karakters op dezelfde locatie ziet. Daarbij zullen de karakters het vaak op een manier over die plek hebben of eraan verbonden zijn, maar wel elk op hun eigen manier. De vorm werkt vaak het beste wanneer hij primair karakter-gedreven is. Dus dat je duidelijke karakters neerzet die (kleine) interacties met elkaar hebben/op elkaar reageren. Daardoor ontstaan vanzelf wel verhaallijntjes, zonder dat je die heel erg bewust op gaat zoeken.
Zorg als speler dat je bij deze vorm goed luistert naar wat er al ingebracht is, en bouw daarop creatief voort. Het feit dat je karakter meerdere keren in de scène terugkomt, biedt ook allerlei mogelijkheden.

Tips

  • Als je de vorm onder de knie hebt, kan je het wisselen om ca. een minuut loslaten, en dat de spelers zelf laten bepalen. Zorg als spelers wel dat je nu niet te lang blijft ‘hangen’ op de locatie, zodat spelers langs de kant ook weer kunnen spelen;
  • Als je met een wat kleinere groep bent, kan je ook als regel aanhouden dat er ieder moment 2 i.p.v. 3 karakters op het speelvlak staan. De interacties zullen dan ook snel wat persoonlijker van aard worden;
  • Maak volop gebruik van het feit dat, terwijl jij als karakter ‘op’ bent, er 1 of meer andere karakters niet aanwezig zijn. Ga bijvoorbeeld eens lekker over ze roddelen!
  • Laat ook eens een (betekenisvolle) stilte vallen. Dat kan even een fijn moment van rust zijn, voor publiek én spelers. Want deze vorm is vaak vrij energiek (c.q. kluchterig) :-)
  • Het kan (zeker om te oefenen) ook interessant zijn om karakters niet terug te laten komen na de wissels. Als je als speler dan weer opnieuw in de scène komt, ben je dan telkens een nieuw karakter (met een duidelijk andere fysiek, e.d.);
  • Een andere variant is dat de spelers zélf de volgorde bepalen waarin ze weer in de scène terugkomen. Dat vraagt wel wat meer uitkienen/discipline, maar geeft je ook weer extra spelmogelijkheden;
Wil je met je groep graag werken aan karakters en/of middellange vormen? Schakel me in voor een training.