Bij De Muzikale Wichelroede wordt één inspirerend muzieknummer gebruikt om twee heel verschillende scènes naar een verrassende finale te leiden. Want muziek roept bij iedereen meteen emoties op. En biedt je als speler volop inspiratie en spelimpulsen.
Voor een Net als in de film…-training rond verhalende scènes en het gebruik maken van emoties, zocht ik een speelvorm om aan beide zaken te werken. En dan liefst eentje die ik ook meteen als opmaat kon inzetten richting middellange improvisatie vormen. Met de kracht van muziek in mijn achterhoofd, ontstond zo De Muzikale Wichelroede!
Hoe werkt het?
Je speelt deze game met 2 spelersparen. Ieder paar start op z’n eigen podiumhelft.
Aan het publiek worden twee verschillende locaties gevraagd. Dat moeten locaties zijn die niet direct aan elkaar grenzen (zoals bij een game als Split Screen).
Start nu de muziek in (meer hierover volgt zo). De spelersparen gebruiken dit intro om – in een freeze – op hun speelhelft een pakkende starthouding/podiumbeeld neer te zetten.
Tijdens de hele game geldt dat er door de spelers niet gepraat wordt als de muziek op vol volume speelt. En dat er liefst zo min mogelijk gepraat wordt wanneer de muziek op een lager volume te horen is. Ook kunnen de karakters op ene podiumhelft (tot aan de finale) de karakters op de andere podiumhelft niet zien of horen.
Eén spelerspaar speelt nu eerst een scène op locatie 1 (ze mogen zelf kiezen welke van de 2 uitgevraagde locaties dat is). Zodra de muziek begint uit te faden, mogen ze gaan bewegen. Pas als de muziek (bijna) helemaal niet meer te horen is, mogen ze ook praten. Ze gebruiken hun eerste scène om zo goed mogelijk hun wie-wat-waar neer te zetten.
Als de muziek na een tijdje weer begint in te faden, weten ze dat ze de huidige scène (snel) moeten gaan afronden. Ze doen dit door hun bewegingen te vertragen, en te freezen in een bepaalde houding.
Daarna speelt het andere spelerspaar een scène op locatie 2. Deze scène heeft – initieel – niets te maken met de eerste scène (dat maakt de finale van deze speelvorm namelijk des te verrassender). Ook dit spelerspaar gaat, na een tijdje gespeeld te hebben, over in een freeze wanneer zij de muziek weer horen inzetten.
Zo wordt er een aantal keren tussen de twee scènes over & weer gewisseld. Deze wisselingen worden telkens door in- en uitfadende muziek aangegeven. De muziek is hierbij in principe altijd leidend. Tenzij het huidig spelende paar een mooi punt ziet om hun scène in te laten freezen natuurlijk – dan vólgt de muziek daarin.
Wanneer een scène herstart wordt, kunnen de spelers het eerste stuk van hun scène (waar de muziek nog op vol volume speelt) gebruiken om snel een goed start-beeld voor de scène uit te kiezen: dat geeft spannendere/veelzijdigere wisselingen dan wanneer een paar altijd verder speelt in de houding waarin het tijdens de vorige scène geëindigd is.
Uiteindelijk komt de game tot een einde doordat er in één van de twee scènes naar een derde locatie gegaan wordt. Die locatie wordt nadrukkelijk van tevoren niet uitgevraagd bij het publiek. De spelers geven deze overgang visueel (ook) aan door naar midden-voor op het podium (op de grens van de twee speelhelften, zeg maar) te lopen. Daar speelt het paar snel & duidelijk uit waar ze zijn.
Het andere paar komt hier al snel ook bij. Daarvoor bedenken ze een reden, al mag die best absurd zijn. De twee paren ontmoeten elkaar zo. (Daarbij kennen de karakters elkaars verhalen niet, maar de spelers natuurlijk wel..!) En ronden op deze gezamenlijke locatie de speelvorm snel af.
C’est le ton qui fait la musique!
Voor deze game gebruik je één muzieknummer. Dat nummer is bij voorkeur instrumentaal. Mocht je toch een lied met tekst willen gebruiken, dan liefst in een taal die spelers & publiek (waarschijnlijk) niet verstaan.
Het beste werken ook nummers die redelijk constant klinken over de hele loop van het lied. Een beetje een ‘drentel’ muziekje, feitelijk. Dat constante karakter zorgt ervoor dat je in- en uitfademomenten nooit ‘ruw’ klinken (dat is ook waarom een lied zonder tekst het fijnst werkt).
Welk nummer je precies kiest, heeft vaak een grote invloed op wat voor verhalen je krijgt. Speel daar dus vooral veel mee!
Kies je bijvoorbeeld voor een kampvuur sfeer? Voor jaren ’70 filmdrama? Voor een retro Belgisch? Voor Spaghetti Western? Iets wat gelijke delen onschuldig en onheilspellend is? Of mag ‘t ook een onsje muzak zijn?
En je kan deze vorm ook met een live muzikant spelen. Maar voorbespeelde muziek geeft je bijna altijd een breder scala aan mogelijkheden. Ook kan een speler langs de kant vaak beter inschatten wanneer de muziek moet in- en uitfaden dan dat een muzikant dat kan (al ken ik zéker wel muzikanten die dit prima aanvoelen). Ik zou zeggen: kijk wat er voor jullie team & je muzikant werkt :-)
Tips
- Luister, wanneer je in de freeze staat, goed naar wat er in de andere scène gebeurt. Probeer om de belangrijkste elementen daaruit in de finale scène (en eventueel de scènes daar net voor) te laten terugkomen;
- Maak bij iedere scène wissel een (kleine) tijdssprong: speel dus niet exact verder waar je gestopt bent. Zeker bij de overgang naar de laatste/3e locatie werkt een tijdssprong goed: die is met name handig én logisch wanneer locatie 1 en 2 fysiek heel ver uit elkaar liggen. Speel dit dan wel duidelijk uit richting het publiek!
- Hou de speeltijd van de scènes kort: iets van 1 minuut (exclusief in- en uitfaden muziek) werkt vaak goed. Naarmate je dichter bij de finale scène komt, kan je de wisselingen steeds sneller inzetten.
In een training, of wanneer je deze game als een middellange vorm speelt, kan je met wat langere speeltijden werken; - Vindt per scène één duidelijk element wat je focus wordt. Dat kan iets inhoudelijks zijn, maar ook de manier waarop de karakters met elkaar omgaan, iets in je fysiek, o.i.d. Dit zorgt ervoor dat je – ondanks de vrij korte speeltijd per scène – toch makkelijk iets krachtigs kan neerzetten;
- Zoek de kracht van de scènes vooral in non-verbaal spel & zaken goed aan laten komen. Dat komt véél krachtiger over & maakt meer indruk bij het publiek, dan te gaan vertellen wat er speelt. De muziek helpt hierbij enorm om dat non-verbale spel mooi en filmisch te maken;
Schakel me in voor een training!