Afgelopen weekend heb ik bij CREA in Amsterdam de weekendworkshop Improviseren volgens Woudenberg gevolgd.
Ik had een jaar of vijf geleden Helmert Woudenbergs boek gelezen waarin de hele methode uitgebreid beschreven wordt. En dat sprak me erg aan. Daarna kwam het er telkens maar niet van om ook echt mee aan de slag te gaan. Tot afgelopen weekend dus!
In de spelmethode staan 4 elementen centraal: ‘water’ (luisteren), ‘aarde’ (kijken), ‘lucht’ (praten), en ‘vuur’ (de noodzaak om te doen wat je doet). Misschien heb je wel eens van Helmerts methode gehoord, en dacht je dat is vast heel zweverig en esotherisch…. Dan kan ik je geruststellen: het is allesbehalve dat! De methode is juist heel concreet en logisch… als je eenmaal weet hoe hij werkt :-)
Gelukkig hadden we een heel weekend de tijd om kennis te maken met de theorie, en om veel volgens de methode te spelen. Maar dan nóg blijft zo’n weekend vooral een uitgebreide kennismaking: uiteindelijk moet je er vooral veel mee aan de slag gaan op het toneel. Want theorie brengt je ook maar zo ver…
Waar de methode & de elementen je erg bij helpen, is een zuiverheid, een focus in je spel aan te brengen. Want als je een scène in improvisatietheater neerzet waarin belangen met elkaar botsen, dan gooi je als speler vaak alles wat je maar kan bedenken in de strijd. Dat voelt vaak wel heel lekker, maar je (ik in ieder geval!) merkt dat het ook vaak lastig is om de scène op de rails & geloofwaardig te houden. Als je teveel doorschiet in emoties wordt het al snel ‘soapy’. Ga je teveel nadenken over wat je moet doen (i.p.v. het te voelen), dan voelt het vaak weer te gemaakt en mist het een zekere vonk.
De elementen helpen je om per moment de juiste focus te kiezen: ga je je bijvoorbeeld richten op het duidelijk overbrengen van je boodschap (vuur), of ga je juist kijken hoe je de karakters met elkaar kan verbinden (water)?
Ook krijg je als spelers onderling er een veel beter oog voor wie – op een moment – het beste welk element kan gaan hanteren: je wil voorkomen dat op eenzelfde moment hetzelfde element door meerdere spelers wordt ingezet. Het werkt juist veel beter om elkaar met contrasterende elementen te ondersteunen in het spel.
Ook merk je dat het goed werkt om elkaars emotionele hoogtepunten ná elkaar uit te spelen, in plaats van een grote, dramatisch uitbarsting op één moment. Die aaneenschakeling geeft een heldere focus, en maakt dat die hoogtepunten ook véél meer aankomen bij het publiek.
Ik heb heel veel geleerd in deze workshop, en weet zeker dat het erg van pas gaat komen in toekomstige scènes & trainingen. Wat daarbij erg hielp, was dat ik heel leuke mede-cursisten had. En ook een hele goeie docent (Olaf Pieters) – die ook nog eens een groot bordspelliefhebber en -ontwerper bleek te zijn: dat is dubbel geluk hebben! :-)
Als je improvisatietheater speelt, kan ik je deze methode resp. deze workshop alleen maar aanraden. Zit dat er voorlopig niet in, dan is het boek een goeie tweede keuze.