Het gaat er niet om wát je zingt, maar wat je ermee doet! ;-)

Veel spelers denken dat je bij muzikaal improviseren véél tekst moet zingen. Maar als je de gemiddelde kijker vraagt wat hem of haar van een geïmproviseerd lied het meeste is bijgebleven, is dat vaak de energie, het enthousiasme, en de overtuiging waarmee er is gezongen: de tekst is men vaak alweer half vergeten. Een gegeven waar we bij de volgende oefening handig gebruik van gaan maken!

Hoe werkt het?

De basisversie van deze oefening wordt met telkens 1 speler gedaan. Die gaat aan de slag met één regel tekst. Je kan die regels overal vandaan halen, maar uit ervaring weet ik dat Loesje-teksten het altijd goed doen. Daar zit vaak humor in, ze zijn vaak lekker kort, en zijn in super toegankelijke taal geschreven. Wat voor een zangoefening als deze een dikke plus is :-)

Wanneer een speler aan de beurt is, geef je die een regel tekst (mogelijk geef je die tekst ook op een briefje, zodat de speler er nog een paar keer naar kan kijken terwijl hij aan het zingen is). De muzikant zet bij ieder lied een wat andere begeleiding neer (je kan deze oefening daarom ook prima gebruiken om met muziekstijlen aan de slag te gaan).

De speler luistert even rustig naar die begeleiding, en gaat dan zingen. De speler begint met de tekstregel eerst een paar keer ‘gewoon’ te zingen, zonder er iets speciaals mee te doen. Mocht je als speler daarbij nog wat aan het zoeken zijn hoe de tekst op de melodie past, dan is dat helemaal niet erg (en de muzikant zal vaak zijn begeleiding hierop aanpassen).
Loesje-tekst: Laat dat stemmetje in je hoofd maar zingenAls dit (vrij) goed gaat, gaat de speler met de tekst variëren. Dat kan op allerlei manieren:

  • Kies een paar woorden, of misschien zelfs wel één woord, uit de tekstregel, en ga daarmee lekker spelen op de begeleiding. Dus herhaal dat woord of die woorden heel vaak, en zie het vooral als klanken waarmee je kan spelen. Min of meer zoals scatten uit de Jazz muziek;
  • Zing de regel (minimaal) 2 keer zo langzaam als dat de begeleiding gaat. Je gaat de woorden daarbij dus lang trekken, en kan daarbij variëren in hoogte, en dynamiek. Het gaat dan al snel een beetje op klassieke zang lijken;
  • Hou de melodie redelijk constant (volg bijv. gewoon de begeleiding), en ga juist spelen met het tempo en het ritme. Zing dus niet alleen maar staccato, maar versnel en vertraag hoe het net zo in je opkomt;
  • Vind je jezelf geen geboren zanger, dan is spreekzingen (Parlando) een prima optie. Of misschien maak je er wel een soort rap van!
  • Een andere toevoeging kan het toevoegen van Song & Dance zijn. Oftewel: maak er een showtje van & speel met je publiek, zodat de aandacht niet naar je tekst gaat, maar naar je performance;
  • Of… doe wat jij graag wil! Je weet daarbij i.i.g. dat je over de tekst niet meer hoeft na te denken, want die heb je al cadeau gekregen ^_^

Waar dat nodig is, kan je de instap nog wat kleiner maken door een speler eerst te laten beginnen met een ronde met maar 1 woord als tekst. Dat kan een woord uit een (Loesje-)tekst zijn, maar de eigen voornaam werkt vaak ook prima. Zo kan de speler zich (eerst) helemaal richten op het brengen van het ‘lied’, voordat er meer tekst bij komt kijken.
Wat de ‘performance’ betreft, is het ook goed om richting de speler te benadrukken dat het er niet om gaat dat die superbriljant of enorm origineel moet zijn: het gaat erom dat de speler er blij van wordt & er wat mee kan.

En als de speler na een X aantal keer herhalen er wel klaar mee is, rond deze op een pakkende manier het geheel af. Dat kan door bijvoorbeeld als laatste nog een 2e zin te zingen, die rijmt op de tekst die daarvoor gezongen is. Maar het kan ook zijn dat er in de performance een duidelijke ‘punt’ gezet wordt. Dit is vaak een mooi extra leerpunt om mee te pikken, omdat m.n. onzekere zangers/spelers hun lied nog wel eens met een sisser (bijna verontschuldigend…) eindigen. Terwijl je juist moet doen alsof het allemaal totaal briljant was!

Uitbreiding:

Gaat de oefening bij iedereen wel goed, dan kan je deze uitbreiden door hem met 2 spelers te doen. Dat kan o.a. door niet 1 maar 2 spelers met de woorden uit de tekstregel te laten spelen. Of kijk eens hoe het gaat als 1 speler met name de zang doet, en de andere speler met name de ‘show’. Of laat 1 speler ‘lead’ zingen, terwijl de andere speler dit aanvult met Oeh-hoehs en Ahhhs (oftewel: backing vocals).

Wil je met je team werken aan impro zang, het brengen van een lied, en andere aspecten van muzikale improvisatie? Schakel me in voor een training.