Emotioneel (het) heen-en-weer

Emoties kan je uitspreken, maar je kan ze ook heel mooi via puur je handelingen laten zien. Bij deze oefening ga je hieraan werken, aan de hand van twee heel verschillende emoties plus een belangrijke gebeurtenis die eraan staat te komen.

Hoe werkt het?

Bij deze oefening werk je met emotieparen. Zo’n paar bestaat uit een negatieve en een positieve emotie, maar die hoeven niet persé elkaars tegenovergestelde te zijn. Paren die goed werken bij deze oefening, zijn o.a. vrolijk – wraakzuchtig, enthousiast – gedesillusioneerd, vrolijk – agressief, strijdlustig – uitgeput, en vurig – verward.

Je speelt telkens met 1 speler. Die beeldt een voorbereiding op een gebeurtenis uit. Als hij daarmee bijna klaar is, blijkt dat de gebeurtenis niet doorgaat, en moet de voorbereiding teniet gedaan worden. De speler kan die reden zelf invullen & uitspelen, of een tweede speler kan die heel kort & snel aanreiken (vaak via een (jabber) telefoontje): belangrijk is dat de focus niet ligt op de annulering zelf, maar op wat er daarvoor en daarna gebeurt.
Het teniet doen van de voorbereidingen wordt ingevuld doordat je de eerder uitgevoerde handelingen min-of-meer in omgekeerde volgorde opnieuw neerzet. Daarbij worden dezelfde (uitgebeelde) objecten gebruikt als tijdens de ‘heenweg’ gebruikt zijn, alleen zal dat nu met een andere emotie gebeuren. Hetzelfde geldt voor de uitgevoerde acties: ook die worden nu anders ingekleurd op basis van de tweede emotie.

Een voorbeeld is een vrouw die zich opmaakt en aankleedt om naar een bijzonder feest te gaan. De emotie waarmee gestart wordt (op de heenweg), is “plezier”. De tweede emotie wordt “teleurstelling”, en die komt bijvoorbeeld op nadat ze (via een appje of telefoontje) te horen heeft gekregen dat het feest op het laatste moment toch niet doorgaat.
Qua activiteiten kan de vrouw op de heenweg o.a. haar jurk opgepakt hebben, hem voorgehouden hebben, en ermee rondgedanst hebben. Nadat ze te horen heeft gekregen dat het feest niet doorgaat, kan het dat ze zich de jurk opnieuw weer even voorhoudt, en hem dan opgerold in de kast gooit. Op deze manier is de activiteit hetzelfde, maar is de emotie die eronder ligt anders.

Een ander voorbeeld is dat je in een kleedkamer zit. Over 5 minuten start de première van een toneelstuk waarin je je eerste hoofdrol gaat spelen. Dan krijg je echter nét voor aanvang te horen dat het niet doorgaat: er is te weinig publiek op komen dagen…
Of je zit te wachten op de telefonische uitslag van iets. Dit zou dan een scenario kunnen zijn, waarbij je met de negatieve emotie start, en op de terugweg juist een positieve emotie neerzet (want de uitslag blijkt positief uitgevallen te zijn).

Je speelt de hele oefening zonder gebruik te maken van tekst. En een ronde zal typisch zo’n 2 tot 3 minuten duren.

Tips:

  • De primaire focus van deze oefening is het overbrengen van een emotie via je fysieke spel. Ga dus op zoek naar alle manieren waarop die emotie kan terugkomen in hoe je je lichaam beweegt, in hoe je dingen doet. En gebruik daarbij je hele lichaam – niet alleen maar (of met name) je gezicht;
  • Neem de tijd! Het is een oefening, dus dit is dé gelegenheid om te onderzoeken hoe je emotie kan neerzetten. Denk daarbij niet te snel dat de emotie nu wel duidelijk is. En vraag zeker achteraf ook aan de kijkers wat er werkte, wat mooi was om te zien, en (eventueel) of het te lang duurde (of juist niet);
  • Je mag bij deze oefening niet praten. Ga daar niet omheen werken door te gaan mimen: breng de emotie echt non-verbaal over. Dat gezegd hebbende: een enkele zucht (of vergelijkbaar geluid) is natuurlijk geen probleem, maar hou het bij “een enkele” ;-)
  • Een extra manier om emotie over te brengen & in te vullen, is door gebruik te maken van – gemimede – accessoires/voorwerpen. In het geval van het voorbeeld hierboven (van de vrouw die naar een feest gaat), kan je dan denken aan diverse kledingstukken, juwelen, make-up, etcetera. En vergeet ook weer niet de kasten, lades, e.d., waar je die voorwerpen uit haalt/pakt: met de manier waarop je dat doet, kan je ook weer je emotie laten zien;
  • Hou je spel zo natuurlijk mogelijk: er een typetje van maken of overacteren, maakt het geheel waarschijnlijk wel komisch, maar maakt het ook een heel stuk makkelijker omdat je de emotie niet echt hoeft aan te gaan (c.q. hoeft te voelen);
  • De ‘heenweg’ en ‘terugweg’ hoeven niet even lang te duren: het is heel aannemelijk dat 1 van de 2 (waarschijnlijk de terugweg) korter duurt dan de ander. Let er wel op dat ‘korter’ niet betekent dat je de emotie + de handelingen er snel doorheen jast…!
Wil je graag trainen op stil spel, emotioneel spel, of andere improvisatie aspecten? Schakel me in voor een training.