De stoel bepaalt ‘t gevoel

Een goede mise-en-scène plus je houding (en een stoel…) kunnen soms al meer dan genoeg zijn om een scène krachtig te beginnen. Neem daarbij ook nog de emotie & de associaties mee die ze oproepen, en je hebt impro ‘goud’!

Deze oefening kan heel goed ingezet worden om te werken aan karakters, en spelen vanuit een emotie: zaken die heel goed passen bij lange vorm (want typisch karakter-gedreven), maar ook prima inzetbaar zijn bij korte(re) vormen. Want als je bij deze vorm werkt met 1 of max. 2 verhaal rondes, dan kan hij prima doorgaan voor een game (c.q. een vrije scène met een specifieke vormregel).

Hoe werkt het?

Je speelt de oefening met 2 spelers, die elk een stoel pakken. Om te beginnen gaan ze, terwijl ze deze stoel dragen, rondlopen over het speelvlak. Hoe groter dat is speelvlak is, hoe beter. Dat rondlopen gebeurt op een gewone snelheid, waarbij het hele speelvlak gebruikt wordt, en men niet te lang op één plek blijft rondhangen.
Na een tijdje roept de trainer (of bij een voorstelling: iemand langs de kant) Stop!. De spelers zetten nu de stoel direct neer op de plek waar ze op dat moment staan. Meteen daarna gaan ze (zonder verder daarover na te denken) ofwel ergens naast die stoel staan, of erop zitten. Met name wanneer ze staan, geldt dat de spelers daarbij een willekeurige richting uitkijken: ze hoeven dus niet persé richting de andere speler of het publiek gedraaid te staan.

De spelers kijken nu even kort waar & hoe de andere speler staat, en gaan daarna weer in de houding staan zoals ze net stonden. De scène gaat nu van start.
Daarbij laten de spelers zich expliciet inspireren door de mise-en-scène die er nu staat, en wat dat voor associaties en emoties bij hen oproept. Probeer om de houding waarin je start, in je scène zo lang mogelijk vast te houden, want er gaat vaak heel veel vanuit. En geef je scène een vliegende start door i.i.g. de eerste zin er meteen toe te laten doen (maak er bijv. een late in van), en door uit te gaan van karakters die elkaar al (goed) kennen. Werk ook veel met stil spel en dingen écht aan laten komen: de houdingen en mise-en-scène zeggen vaak al zoveel, dat het niet nodig is om dat met veel tekst te onderstrepen.

Na verloop van tijd klapt de trainer (of iemand langs de kant) in de handen, eventueel vergezeld van de tekst En weer verder (o.i.d.), om aan te geven dat de spelers weer met de stoelen gaan rondlopen. En zo een nieuwe ronde kunnen starten, volgens hetzelfde principe.
De scènes die zo gespeeld worden, staan in principe los van elkaar. Al kan het natuurlijk altijd gebeuren dat iets uit een eerdere scène (bijv. een specifiek thema, houding, of emotie) terugkomt in een latere scène. Dit hoeft alleen niet bewust opgezocht te worden.

Tips & side-coaching

  • Naast het werken met een staande of zittende starthouding, kunnen spelers (evt. na een paar rondes) ook op de stoel leunen, er op de grond tegenaan gaan zitten, en dergelijke. Zolang er maar een vorm van contact met de stoel is. Dit geeft vaak weer nieuwe/extra spelimpulsen;
  • Focus in de gespeelde scènes vooral op de emotie, en op de relatie tussen de twee karakters. Wáár de scène zich afspeelt, hoeft vaak niet eens benoemd te worden. Sterker nog: dat niet benoemen, maakt de scène (soms) licht vervreemdend en vaak ook enigszins absurd. Maar da’s niet erg! ;-)
  • In plaats van dat iemand langs de kant aangeeft wanneer de huidige scène wordt afgerond, kan je dit de spelers ook zelf laten doen. Een speler geeft dit eenvoudigweg aan doordat hij zijn stoel oppakt, en weer start met rondlopen;
  • Vraag (bij een training) achteraf aan de kijkers of c.q. hoe de start mise-en-scène terugkwam in de scène. Stel die vraag ook aan de spelers: hielp de mise-en-scène, of (juist) niet?
  • Een uitbreiding op deze vorm, is dat je de stoelen nadrukkelijk wel onderdeel van de scène maakt. Je gaat als spelers dan op zoek naar zoveel mogelijk verschillende manieren om de stoelen in te zetten als decorstuk. Dat maakt de vorm vaak een stuk fysieker, en meestal ook (nog) absurder;
Wil je graag trainen op fysiek spel, emotioneel spel, of andere improvisatie aspecten? Schakel me in voor een training.