Vaak gebruik je als input voor een impro scène of speelvorm een enkel woord. Maar soms wil je méér en/of bredere inspiratie dan dat, bijvoorbeeld wanneer je een lange vorm speelt. Zet dan de Inspiratie Cirkel in!
Ik zet deze vorm graag in voor belangrijke karakters in een lange vorm als Het Dorp, omdat spelers zo makkelijk multi-dimensionale karakters kunnen vormen. Maar je kan de vorm ook prima inzetten om ‘klassieke’ input (zoals zwembad, bakker, moeder-zoon) een frisse & nieuwe invulling te geven.
Hoe werkt het?
Wanneer ik deze vorm inzet voor karakter input, zet ik de speler voor wie de input is aan de zijkant van het speelvlak. Ik vraag hem ons alvast een (voor)naam, en liefst ook iets van een beroep/dagelijkse bezigheid van zijn karakter te geven. Dat is geen verplichting (volledig vrij erin stappen kan ook), maar het geeft degenen die input gaan roepen iets om hun suggesties op te baseren.
Alle andere spelers, resp. degenen die input gaan roepen, gaan in een grote kring naast de ‘ontvangende’ speler staan.
Vervolgens gaan zij nu in een redelijk rustig tempo en 1-voor-1, langs de speler aan de zijkant lopen. Op het moment dat ze voorbij lopen, roepen ze iets wat bij hen is opgekomen bij het horen van de input (of iets totaal vrij, wanneer er geen initiële input was). Daarna lopen ze weer verder op de kring.
Het proces werkt meestal het beste wanneer de roepers de volgende spelregels in acht nemen:
- Zeg je input altijd luid & duidelijk, zodat de anderen én het publiek kunnen horen wat je zegt;
- Hou wat je roept kort, anders staat de volgende persoon al voor de ontvanger en wordt het al snel chaotisch;
Roep niet iets wat al geroepen is (maar zie ook het volgende punt);
- Roep altijd íets als je aan de beurt bent, ook al denk je dat het niet bijzonder of origineel is. Weet je écht even niets, roep dan iets wat al geroepen is, zodat het proces wel blijft doorlopen;
- De dingen die geroepen worden, staan los van elkaar. In de zin dat het niet erg is wanneer er dingen geroepen worden die elkaar wellicht tegenspreken;
- Probeer als roepers om de suggesties zo breed mogelijk te laten zijn: van heel letterlijk tot super associatief, van serieus tot heel absurd, en met gebruik van zoveel mogelijk verschillende soorten woorden (denk: werkwoorden, zelfstandige & bijvoeglijke naamwoorden, emoties, etc.).
Bij een start input als bakker, kan je iets roepen over hoe deze bakker eruit ziet, wat hij draagt, goede en slechte karaktertrekken, hobbies, passies, angsten, dromen, zijn motoriek, waarom hij bakker is geworden, het assortiment van zijn winkel, enzovoorts.
En bij bijvoorbeeld sauna kan je dingen roepen als: stoom, hete keien, veel zweten, dat kouwe bad, en met een handdoek om lopen. Maar ook: naakt tussen vreemden, je vrij voelen resp. je opgelaten voelen, ongemakkelijke situaties, (ont)spannend, er lekker even uit zijn, twijgenbos, Zweden, plakkende kleding, etc.
Laat de kring zo circa 1 minuut draaien. Of totdat de speler aan de zijkant genoeg input heeft, en iets roept als Tot hier. Dank je wel!.
Bij een training kan je nu aan de ontvanger vragen wat de 2-3 dingen waren die hij het fijnst / leukst / meest inspirerend vond. Zo krijgen de roepers ook feedback over wat er werkt en wat niet (ook al zal dat per ontvanger natuurlijk verschillen).
Bij een voorstelling vertelt de ontvanger (bij mij) standaard niet welke dingen hij gaat gebruiken in zijn spel: dat zien we vanzelf wel, en het houdt het geheel ook spannend ;-) En ik benadruk ook vaak nog maar een keer (m.n. voor het publiek) dat de ontvanger dus niet alles hoeft te gebruiken wat er geroepen is. Al scoor je als speler vaak wel bonuspunten voor elk extra geroepen ding dat je in je spel weet te verwerken ;-)