Voor de komende twee lessen van de schrijfcursus hebben we behoorlijk wat huiswerk opgekregen.
Zo moeten we onder andere via een interview een korte biografie van een speciaal moment van iemand anders op papier zetten.
En voor de komende week moeten we een personage een uur lang volgen. De manier waarop we aan dit personage gekomen zijn, was wel erg grappig. We moesten met z’n 2-en naar een kroeg in de buurt van het cursuslokaal gaan, daar 1 persoon uitkiezen, en die gaan observeren. Het was de bedoeling dat je aan de hand van het uiterlijk, de houding, etcetera, probeerde om allerlei zaken van deze persoon in te vullen (hobbies, burgerlijke staat, etcetera). De precieze uitkomsten hiervan volgen nog als ik mijn huiswerk voor de komende les post, maar het observeren was in ieder geval bijzonder leuk.
Verder had ik mijn huiswerk voor de afgelopen les maar half gedaan. Dat stak me behoorlijk!
Onderweg naar de cursus (afgelopen dinsdagavond) kreeg ik ineens een idee voor een verhaaltje. Op een voor de buitenwereld waarschijnlijk onnavolgbare wijze was dat gerelateerd aan het huiswerk wat ik wél gedaan had. Ik vond dat ik dat nog best zou kunnen rechtlullen (ik bedoel: rechtvaardigen), dus het leek er bijna op alsof ik toch nog mijn volledig huiswerk zou kunnen laten zien. Ik had nog wat tijd voor de cursus begon, dus toen heb ik in de kantine nog snel een verhaaltje op papier gepend.
Het eindresultaat is het volgende verhaaltje:
‘Dames en heren, door een technische storing kunnen wij tot nader order niet verder rijden. Zodra de trein weer kan gaan rijden, zullen wij u dat via de intercom laten weten.’
De treinwagon zit half vol. Het is donker buiten. Door de storing zijn blijkbaar enkele systemen uitgevallen, want de ramen beginnen te beslaan.
Ik kijk naar een klein meisje wat bij het raam zit. Om de verveling te verdrijven, tekent ze met haar wijsvinger rondjes op het beslagen raam.
Al snel gaat ze helemaal op in het geteken. De rondjes worden vaardig omgevormd tot sneeuwpopjes. Gezellig ronde wolken en een lachend maantje schuiven al snel bij dit gezelschap aan.
Nu begint ze met twee vingers tegelijkertijd te tekenen. Als twee schaatsjes op een vers bevroren stuk ijs schieten ze over het raam.
Zonder enige vooraankondiging houdt ze plotseling op met tekenen. Met het hoofd een beetje schuin bekijkt ze het eindresultaat. Dan veegt ze haar twee tekenvingers schoon aan de stof van haar jas. Wat haar betreft is de tekening af!
Trots, en met twinkelende pretoogjes, kijkt ze de coupé rond. Onverwacht kruisen onze blikken elkaar. Ik voel me betrapt, en voel dat ik begin te blozen. Haastig probeer ik net te doen alsof ik dringend naar iets op zoek ben in mijn rugzak.
Volledig onverwacht nemen de achtergrondgeluiden weer toe. Ventilatoren beginnen te ruisen. Via mijn voeten en mijn rug voel ik dat de motoren van de trein weer aanspringen.
‘Dames en heren, we gaan weer rijden. Excuses voor het ongemak.’
De verwarming in de trein blaast al snel weer op volle toeren. Beteuterd kijkt het meisje toe hoe haar tekening langzaam weg begint te smelten.
Uit de tas die ze naast zich heeft liggen, haalt ze een blocnote en een paar kleurpotloden. Alsof er niets gebeurd is, begint ze vol overgave te tekenen. Palmbomen, een grote gele zon, en een blauwe zee vol met vissen, zo zie ik. Ik glimlach.
Het verhaal kan op behoorlijk wat punten nog verder aangescherpt en uitgewerkt worden, maar voor een binnen-10-minuten-en-op-de-fiets-bedacht verhaaltje vond en vind ik het helemaal niet slecht!
Toen ik het verhaaltje na de cursus aan Gert voorgelezen had, zei ik tegen hem hoe mij een vaak terugkerend thema in mijn verhalen begon op te vallen. Ik schrijf namelijk heel vaak over gebeurtenissen met kinderen, dan wel ik verwijs naar het kind-in-mij. Ook schrijf ik vaak verhalen die lijken te benadrukken dat geluk in kleine dingen kan zitten, en dat ogenschijnlijk hele gewone momenten toch heel bijzonder kunnen zijn.
En op zich is dat natuurlijk helemaal niet verkeerd voor iemand die het heel leuk lijkt om jeugdboeken (welja: meervoud!) te gaan schrijven…!
vraagje …
Ha die schrijver ‘in spé’?,
Ik vind je verhaaltje gelijk helemaal leuk, het kind in mij is ook levendig en samen zagen we het helemaal voor ons! Laat me weten als er wat van je gepubliceerd wordt… ik wil het lezen!
Even een vraagje… welke cursus heb je gedaan? Ik wil graag een schrijfcursus gaan doen om verhalen te schrijven voor een eigen boek en om evt. voor een tijdschrift te gaan werken… Het liefst ‘live’ dus niet via een thuis-studie. Hopelijk heb je een of meer tips voor me! Succes iig! Groetjes Peet (je kunt mailen naar p-doorrijhoog@hetnet.nl )
Leuk verhaal.
Wat grappig dat je ook jezelf leert kennen door wat je schrijft.
(Wat ik me afvraag, even tussendoor; waarom lachte de -ik-persoon niet gewoon naar het meisje?)
Wat ik me afvraag, even tussendoor; waarom lachte de -ik-persoon niet gewoon naar het meisje?)
Omdat hij zich betrapt voelt. De ik-persoon lijkt wat dat aangaat erg veel op zijn baasje. Ik vind het namelijk ook leuk om in bus of trein rond te kijken wie er allemaal inzitten en wat ze aan het doen zijn. Ik voel me echter altijd een beetje ‘betrapt’ wanneer iemand terugkijkt. Vandaar.
Maar de meest pragmatische oplossing voor de ik-persoon was natuurlijk geweest om gewoon even terug te lachen :-)